Leerlingen leggen in estafette vorm een parcours af met daarin verschillende behendigheidsonderdelen. De groep die als eerste het parcours goed aflegt heeft gewonnen.
vaardigheden
– Anticiperen
– Met één hand fietsen.
– Opstappen
– Remmen
– Snelheid aanpassen
– Wegrijden
situatieschets
Zet 2 banen uit met daarop verschillende behendigheidsoefeningen. Bijvoorbeeld een slalom, een obstakel waar de fiets overheen getild moet worden, rechte rijproef, kettingproef enz.
benodigd materiaal
– 2 fietsen of meer
– stoepkrijt
– diverse materialen naar keuze voor de behendigheidsonderdelen.
organisatie
aandachtspunten
– Kies afhankelijk van het fietsvaardigheidsniveau van de leerlingen verschillende behendigheidsoefeningen.
– Verdeel een groepje in tweeën en laat ze aan twee kanten van het parcours staan.
– De leerling geeft de fiets door aan de volgende leerling.
– Moeilijke onderdelen zorgen er voor dat de leerlingen netjes moeten fietsen en niet gaan racen.
– Als een onderdeel niet is gehaald moet de leerling het opnieuw doen.
– Als de laatste het parcours goed afgelegd heeft wordt de fiets netjes op een afgesproken plek geparkeerd. De eerste groep die dit gedaan lukt heeft gewonnen.
differentiatie
– Een grote slalom met veel ruimte is gemakkelijker dan met weinig ruimte er tussen.
– Het parcours kan ook met één groep tegelijk afgelegd worden, de tijd wordt dan bijgehouden met een stopwatch.
– Het parcours kan afgelegd worden met een voorwerp in de hand.